menu

Kerkelijk patrimonium


H. Kruisverheffingskerk in Wenduine 

In 1135 stond hier een eerste kapel, die omstreeks 1185 tot parochiekerk verheven wordt. Rond 1300 wordt de kerk uitgebreid met zijbeuken en zijkoren waardoor de achthoekige toren niet meer achteraan de kerk maar als vieringtoren in het midden oprijst.  De toren deed dienst als zeebaken.

 

 

Door de opkomst van het kusttoerisme op het einde van de jaren 1800 wordt de kerk snel te klein in de drukke zomermaanden. In 1906 wordt een nieuwe benedenkerk gebouwd en krijgt de toren tijdens de daaropvolgende restauratie een nieuwe slanke spits. Er ontstaat een driebeukige hallenkerk met een achtzijdige vieringtoren.
In 1929 wordt het kerkhof ontmanteld en een nieuwe begraafplaats aangelegd langs de Uitkerksestraat.
Het interieur, onder een houten spitstongewelf, bevat een eikenhouten preekstoel in rococostijl uit het midden van de 18de eeuw, een merkwaardig houten tochtportaal en een natuurstenen tabernakel met koperen deuren, mogelijks uit de 16de eeuw. De glasramen in het koor dateren uit 1908, 1911 en 1922. De teruggevonden 13de-eeuwse tegels werden in de vloer verwerkt. De doopvont in de benedenkerk bestaat uit gepolierd blauwhardsteen en is afgesloten met een koperen deksel.
Kijk zeker ook uit naar het Mirakelkruis, daterend uit de 17de eeuw en opnieuw beschilderd in 1992. De kerk is gewijd aan het Heilig Kruis. De kruisdevotie en bedevaart ontstaat in de 16de eeuw naar aanleiding van een legende die vertelt dat voor de kust van Wenduine een kruis wordt opgevist door Blankenbergse vissers – of in zee opgevist – en ter verering naar de parochiekerk gebracht. Op Pinkstermaandag wordt het verhaal van de legende opgevoerd in een dans- en muziekspektakel op het strand aan de Rotonde, gevolgd door de zeezegening. Een traditie die al 200 jaar stand houdt. En zoals de traditie het wil, zijn het vissers uit Blankenberge die het houten kruis  in processie naar de zeedijk dragen.


Sint-Monicakerk in De Haan-Centrum

Het eerste gebedshuis in De Haan-Centrum was de Willibrorduskapel van 1897, gelegen tussen de Dantelaan en de Montaignelaan. Door de toename van zowel de bevolking als het toerisme werd deze kapel al snel te klein. Pierre Borre, advocaat in Brussel en grondeigenaar in De Haan, nam in 1899 het initiatief om een kerk te bouwen. De paters augustijnen uit Gent verzorgden de diensten en bouwden langs de Grotestraat (nummer 10) een klooster. In 1934 wordt een nieuw transept en koor bijgebouwd, zodat het grondplan van de kerk de vorm van een Lotharings kruis verkrijgt, ter ere van Sint-Monica. Je ziet de patroonheilige afgebeeld in het frontaal boven de hoofdingang, met opschrift "SANCTA MONICA ORA PRO NOBIS" en "ORD. S. AUGUSTINI HAAN AAN ZEE".

De driebeukige kerk met bescheiden achthoekige toren is ingericht in neogotische stijl met enkele karakterbepalende accenten uit de byzantijnse kunst. Het meubilair is sober met onder meer biechtstoelen, offerblokken, communiebank, kruisweg. In het koor vind je glasramen met afbeelding van heiligen. Vermeldenswaard is de kruisweg in basreliëfs. Het orgel (1968) is van de hand van Jos Loncke en zonen.


Sint-Clemenskerk in Klemskerke

Deze driebeukige hallenkerk met achtzijdige westtoren gaat terug op een 13de-14de-eeuws kerkgebouw met schip, kruisbeuk met vieringtoren en koorpartij. Hiervan zijn het noordelijke zijkoor (13de eeuw), het zuidelijke zijkoor en het onderste gedeelte van de toren (14de eeuw) bewaard. Door vernielingen gedurende het laatste kwart van de 16de en eerste kwart van de 17de eeuw werd beslist om het westelijke deel van het schip te slopen, waardoor de vieringtoren nu als geveltoren dienst doet. In 1717 wordt aan de vieringtoren een klein voorportaal gebouwd. De torenspits heeft de Klemskerkenaren heel wat hoofdbrekens bezorgd. Hij brandde in totaal drie keer af als gevolg van blikseminslagen (1696, 1715 en 1770). De Klemskerkenaren wilden na de derde maal de toren niet meer heropbouwen, maar werden hiertoe verplicht door de overheid met als reden dat de torenspits als baken fungeerde voor de zeelieden om zandbanken te vermijden.
De kerk is omgeven door een ommuurd kerkhof omzoomd met hagen en knotwilgen en een omlopende bakstenen stoep. Het geheel is als monument geklasseerd.
Het interieur werd onder leiding van architect Ammery tijdens de periode 1890-1895 grondig gerestaureerd. Uit die tijd stammen de neogotische elementen: het kruistafereel aan het hoofdaltaar, de zijaltaren en de preekstoel. De 17de-eeuwse schilderijen, biechtstoelen, kerkmeesterbanken en polychrome beelden bleven bewaard. Het Van Peteghemorgel dateert van 1832.
In 1902-1903 werd er een buitenrestauratie uitgevoerd waarbij het roosvenster werd aangebracht boven het westelijke portaal.
Bij opgravingen tijdens de laatste restauratiewerken in 2010 werden talrijke artefacten gevonden, waaronder aardewerkscherven en muntstukken daterend van de twaalfde tot de zeventiende eeuw. Ook  werden twaalf grafkelders blootgelegd en  twee kistbegravingen aangetroffen en zeven menselijke skeletten. Men besliste om de grafkelders niet zichtbaar te maken. De aangetroffen grafstenen in gezoete blauwe hardsteen werden opgehangen in het portaal.  Enkele van deze artefacten zijn tentoongesteld in vitrinekastjes achteraan in de kerk.


Sint-Blasiuskerk in Vlissegem

De neoclassicistische Sint-Blasiuskerk ligt in een beschermd dorpsgezicht. Ze is omgeven door een kerkhof waarvan de paden omzoomd zijn door geknotte lindebomen. Op de begraafplaats liggen 7 Engelse soldaten uit de 2e WO begraven. Het vormt een sfeervol ensemble omsloten door een witgekalkte kerkhofmuur en smeedijzeren hekken.

Het dorp en de bidplaats met de H. Blasius als patroonheilige wordt al in 988 vermeld. Archeologisch onderzoek bevestigd dat dit onooglijke onaangeroerde polderdorp één van de oudste nederzettingen aan de kust is.

In de 13e - 14e eeuw werd het primitieve houten kerkje vervangen door een gotische hallenkerk. Deze kerk kwam erg gehavend uit de Geuzentijd (1566 - 1585) en werd slechts gedeeltelijk hersteld wegens geldgebrek. Tegen eind 1788 was de bouwfysische toestand van de kerk in een zodanig slechte staat dat er voor geopteerd werd een volledige nieuwe parochiekerk te bouwen. Pas in 1834 werd het werk voltooid. Sindsdien beschikt het dorp over deze driebeukige kerk met westtoren.

Het sobere neoclassicistische interieur is bepleisterd en wit geschilderd en overwelfd door een tongewelf. In de kerk worden enkele waardevolle 17de- en 18de-eeuwse schilderijen en beeldhouwwerken bewaard. Het meeste van het meubilair dateert uit de 18de eeuw.


Heidekapel in Vosseslag

In 1938 kochten de Zusters van Ardooie een stuk bouwgrond op “d’Heie” om in Klemskerke een schooltje te bouwen. Van 1942 tot 1955 werd de zondagsmis gevierd in twee klaslokalen, die hiervoor wekelijks heringericht moest worden. In 1954 werd gestart met de bouw van de huidige kapel met woning. De kapel was een voorlopige oplossing want men hoopte om later een heuse kerk te kunnen oprichten. De  kapel werd zo opgevat dat ze ook als parochiezaal kon worden gebruikt. Daartoe bevindt zich aan de hoofdinkom een verhoog en daarboven een “doksaal” om optredens te laten plaatsvinden. De kapel is opgericht met een combinatie van betonskelet en kustbaksteen. Opmerkelijk is de zadeldakconstructie uit geprefabriceerde betonelementen met holle cassetten. Het geheel van kapel en woning oogt als de doorsnee woningen langs de kust opgericht in de vijftiger jaren.

Afbeeldingen

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrief voor onze laatste nieuwtjes en acties.

Volg ons ook op